023 561 60 00
A+ A+ A+

Ik weet wat het is

15 september 2022

“Ik weet wat het is,” zei de bewoner. Maar welke kennis maakt dat je je werkelijk in de ander verplaatsen kunt?


Ik weet wat het is!

Ik heb vier gaatjes in mijn hoofd.”

Dat zei de bewoner op de PG afdeling tegen me. “Ik heb vier gaatjes in mijn hoofd. En ik krijg ze zelf niet meer dicht. Ja, dat komt door de ouderdom. Als jij net zo oud bent als ik nu, dan kom je maar eens langs. Dan zal ik je wel wat tips geven. Want ik weet tenslotte wat het is."

Ik kon een glimlach niet onderdrukken vanwege deze hartelijkheid, openheid en betrokkenheid.
En natuurlijk bekroop me ook iets van humor vanwege de onmogelijkheid en onwaarschijnlijkheid om hem nog te ontmoeten als ik zijn leeftijd zou hebben bereikt, want hij is al ver in de ’90. En hij zou tegen die tijd een recordleeftijd bereikt zou hebben, goed voor een vermelding in het guiness book of record.

“Ik weet wat het is!”, zei de bewoner.
De bewoner bedoelde het niet in de zin van: “Ik weet wat jij meemaakt.”
Of: “Ik weet hoe jij je voelt.”
Of: “Ik weet hoe dit voor jou is.”

Zo wordt deze uitdrukking overigens vaak wel gebezigd.
Veel mensen zeggen: “Ik weet wat het is.”
En dan bedoelen ze vaak:
-Ik kan me wel inleven, ook al heb ik het nooit meegemaakt.
-Ik kan er wel over meepraten, want mijn verre familielid (de achternicht van mijn oud-oom.. etc) of die verre kennis (de buurman van de kennis van mijn collega) heeft dat ook
-Of: ik weet wat het is want daar heb ik laatst iets over gelezen. En daardoor kan ik me wel in de omstandigheid inleven.
-Of, ik heb zoveel compassie met je, kom maar op met je verhaal, je ervaring of je dilemma.
Hoe goed bedoeld ook, vaak slaan we met deze manier van redeneren de plank toch mis.

Want weten we, om maar iets te noemen, werkelijk wat het is voor een bewoner om een hele dag voor zich uit te staren?
-Weten we wat het is om onrust in je te ervaren en die niet te kunnen uiten alleen maar door het op een negatieve manier vragen van aandacht? Of door de hele tijd van onmacht te schreeuwen, terwijl daarbij de halve of hele afdeling in rep en roep belandt en jij zelf helemaal tureluurs na je dienst thuiskomt?
-Weten we wat het is om in afhankelijkheid elke dag te moeten doorbrengen en elke keer weer op de bel te moeten drukken en af te wachten wanneer er tijd is om hulp te ontvangen?
We kunnen er een voorstelling bij hebben. Maar wéten?

Ja, natuurlijk, dit is vanuit de positie van de bewoner.

Maar hoe zit het met ons, zorgmedewerkers?
-Weet men buiten het verpleeghuis wel wat het is in de zorg te werken? Dat het voor iedereen hard werken is en zoveel vragen kan dat je soms verzucht: “Hoe houd ik het vol?”.
-Weet
men wel wat het is om je hele dienst geconfronteerd te worden met onrust, drukte, gebrek aan tijd om waarlijke attentie te bieden aan die bewoner die zo alleen is, verdrietig en terneergeslagen kortom, die begrip nodig heeft?

En toch, bovenstaande vragen belichamen het zware, het moeilijke in de zorg. Maar toch zou je ondanks dat harde werken het werken in de zorg niet willen missen.

Want iedereen in de zorg ervaart het ergens wel: het werk mag soms zwaar zijn, maar ja...die bewoner met zijn hebbelijkheden, met haar nukkige bui, maar ook met haar oprechte lach, zijn authentieke vrolijkheid, haar echt gemeende compliment maakt je dag weer helemaal goed.
En daarnaast zijn er natuurlijk ook die hartelijke momenten van verbinding op de afdeling, waardoor je ware collegialiteit ervaart.
En dat kunnen zulke speciale, ontroerende momenten zijn, dat ze alle druk en stress in de zorg verzachten en weer in evenwicht brengen.

Die gedeelde en beleefde momenten maken dat je het volhoudt en dat je je werk in de zorg niet kwijt wil.
Want we weten allemaal als ervaringsdeskundigen echt wat het is: werken in de zorg!

De bewoner van het begin zei: “Ik weet wat het is!”
En de bewoner bedoelde dat zeker dieper, anders dan een meeleven dat enkel gebaseerd is op inlevings- of voorstellingsvermogen.
Of dat gebaseerd is op ‘van horen zeggen’.
Die bewoner van het begin is immers zelf ervaringsdeskundige.
Hij weet werkelijk wat het is om oud te zijn, geconfronteerd te worden met minder scherpte (ik heb 4 gaatjes in mijn hoofd), met minder kracht en mobiliteit (hij loopt met een rollator), met minder sociale contacten (al krijgt hij weliswaar niet dagelijks maar toch wel zeer frequent krijgt hij bezoek).

Natuurlijk kun je ook zonder zelf een ervaringsdeskundige te zijn meeleven met de ander en met diens blijdschap of zorg.
En natuurlijk kun je ook compassie aan de dag leggen zonder alles te weten.
Maar bewustwording dat je zelf ook niet alles weet of op alle vragen een antwoord, brengt je tot bescheidenheid en tot een vragende, open houding.

Want iemand tot steun willen zijn en hulp en zorg willen verlenen doe je immers vanuit een compassievolle houding van bescheidenheid. En niet vanuit een hautaine houding van alwetenheid.
Compassie is het samen-verbonden zijn, het gezamenlijke weet hebben van.

Gelukkig de mens die inzicht wint, lees ik ergens in de Bijbel.
En wat mooi dat dit inzicht groeit door een in eerste instantie humorvolle opmerking van een bewoner die bij nader inzien uitnodigt tot bezinning.

Ik wens u een zondag toe vol inzicht.

Hartelijke groet,
Johan Vos, geestelijk verzorger PCSOH

Terug naar overzicht