023 561 60 00
A+ A+ A+

Ik had je eigenlijk al wel verwacht vandaag!

24 mei 2020

Hemelvaartsdag is een dag van vooruitkijken en van verwachting. Eens komt de tijd dat aan alle lijden, pijn, verdriet en nood een einde komt. Alle tranen zullen eens vergoten zijn, alle strijd gestreden, alle teleurstellingen overwonnen, alle verdriet gestild, alle nood gelenigd en alle frustraties losgelaten.


“Ik had je eigenlijk al wel verwacht vandaag! Waar was je nou?”, zei de bewoonster van de afdeling psychogeriatrie tegen haar dochter die haar opbelde met de telefoon. “Kijk, moeder”, hoorde ik de dochter door de telefoon tegen haar moeder zeggen, “ik kan niet komen.” “Maar je komt toch altijd op zondag? Het is toch zondag vandaag?” “Ja, maar ik mag niet komen. Weet u nog wel? Dat is vanwege het virus.” “O ja, natuurlijk”, reageerde de bewoonster.

Ik hoorde dit telefoongesprek voordat ik me discreet terugtrok om de bewoonster en haar dochter de nodige privacy te gunnen.

“Ik had je eigenlijk al wel verwacht vandaag”, zei de bewoonster, in zalige onwetendheid van alle stress die corona nu al zo lang geeft.

Ik had je eigenlijk al wel verwacht. Achter deze woorden kan verlangen schuilgaan. Verlangen naar contact, of doorbreking van de dagelijkse sleur. Verlangen naar een persoonlijke ontmoeting met een ander. Verlangen naar verandering omdat al zo lang het gemis van een dierbare ervaren wordt. Verlangen naar verandering van de situatie die corona met zich meebrengt. Verlangen naar verbinding met een ander, en dan het liefst in een echte ontmoeting. Dus niet via de telefoon, en niet via beeld- of videobellen, niet via een raamgesprek.

Want hoe lang duurt het allemaal al? En hoe lang gaat het allemaal nog duren, ondanks de onlangs aangekondigde en toegestane  versoepelingen? Hoe lang nog?

Dat waren ook de woorden die een bewoner boos en gefrustreerd uitriep tegen de verzorgende. “Hoe lang nog voordat mijn zoon eindelijk bij mij op bezoek mag komen?” Deze bewoner was de situatie gewoon echt spuugzat.

Hoe lang nog? Hoe lang nog voordat het moment aanbreekt dat we minder alert hoeven te zijn op besmetting? Hoe lang nog moeten we 1,5 meter distantie van elkaar in acht nemen? Hoe lang nog voordat je als grootouder liefdevol en trots je pasgeboren kleinkind in de arm kunt nemen? Hoe lang nog voordat je je partner op de verpleegafdeling weer een knuffel kunt geven, niet meer gehinderd door een raam, of een stuk plexiglas? Hoe lang nog voordat je je kind, die begeleid woont, weer kunt omarmen of een weekend in je eigen huis kunt opnemen? Hoe lang nog voordat je je ouder met op leeftijd en met een afnemende gezondheid weer face to face kunt ontmoeten?

Hoe lang nog? Eindeloos lang kun je deze vraag herhalen.

Maar niet voor het eerst stellen mensen deze vraag. Afgelopen donderdag was het Hemelvaartsdag. Jezus ging naar de hemel. Maar voordat Hij ging, zei Hij: “Ik kom terug.

En dan zal alles in orde komen. Ik kom spoedig.” Spoedig? Maar het duurt al zo lang!

We zijn ondertussen eeuwen verder. Hoe lang nog?

Hemelvaartsdag is een dag van vooruitkijken en van verwachting. Eens komt de tijd dat aan alle lijden, pijn, verdriet en nood een einde komt. Alle tranen zullen eens vergoten zijn, alle strijd gestreden, alle teleurstellingen overwonnen, alle verdriet gestild, alle nood gelenigd en alle frustraties losgelaten.

En tot die tijd? Tot die tijd strekt Jezus vanuit de hemel al zegenend zijn handen en armen over jouw bestaan en over heel deze wereld uit.

Over het bestaan, waarin vreugde, optimisme en hoop kan doorklinken. Maar dat ook getekend kan zijn door leed en pijn. Het bestaan waarin ‘het zorgen voor’ een grote plaats heeft. Het zorgen voor dierbaren of voor kwetsbare bewoners, voor anderen, en ook voor jezelf, want in het zorgen voor anderen moet je jezelf natuurlijk niet voorbij lopen. Het bestaan, dat in beslag genomen kan zijn door corona, alertheid op straat, gevoelens van bezorgdheid, maar ook door hoop op verandering en vernieuwing.

De bewoonster van de PG zei: “Ik had je eigenlijk al wel verwacht.” Toen ik even later terugkwam op de huiskamer van de afdeling hoorde ik hoe het telefoongesprek beëindigd werd. “Nou, ik hoop tot gauw”, werd er tegen elkaar gezegd. Ja, dat hopen we met elkaar.

En tot die tijd? Wees gezegend. Een zondag vol zegen toegewenst.

Met hartelijke groet,

Johan Vos, geestelijk verzorger PCSOH

 

Terug naar overzicht