17 mei 2020
Een vrij bestaan, zonder angst, is dat er wel in deze tijd van corona met zijn sociale vrijheidsbeperking? Wat maakt dat je in je eigen ruimte een vrij bestaan ervaren kunt?
‘Ik voel me net een muis’, dat zei een bewoonster enige tijd geleden tegen me.
Ze was bang. Ze voelde zich angstig. Ze voelde zich zeker niet vrij, ze voelde zich opgejaagd.
Ze zou zich het liefst verbergen, zichzelf opsluiten in een hol en zichzelf onzichtbaar maken als bescherming tegen alle gevaar en dreiging van buiten.
‘Ik voel me net een muis.’ Met andere woorden: Ik zou me willen verbergen voor alle bedreiging, ik zou alle pijn en zorgen willen wegdoen. Die woorden van deze bewoonster kwamen onlangs, het was op 4 mei, bij me boven. De vlag hing toen half stok. Om ons te bepalen bij alle gebrokenheid, ingrijpend verlies, intens lijden, diep verdriet en onvoorstelbare honger van 75 jaar en meer geleden.
En een dag later, op 5 mei, ging de vlag uit. Het is alweer bijna twee weken geleden, en misschien is het in onze beleving weer diep weggezakt, want zo gaat dat vaak wel bij mij, want wat geweest is, kun je maar al te makkelijk weer vergeten, maar we vierden wel iets heel bijzonders. En daarom haal ik het toch weer even op. We vierden onze vrijheid. Alsof de muis uit zijn hol kwam, zonder angst om zich heen keek en op ontdekkingstocht ging. En tijdens die ontdekkingstocht ruimte en vrijheid ontmoette, kortom, een vrij bestaan mocht ervaren.
Een vrij bestaan, zonder angst, is dat er wel in deze tijd van corona met zijn sociale vrijheidsbeperking? Wat maakt dat je in je eigen ruimte een vrij bestaan ervaren kunt? De muis uit die uitspraak van de bewoonster wil zich het liefst verstoppen. Zich klein maken, onzichtbaar voor anderen, onvindbaar voor gevaren, onbereikbaar voor bedreigingen.
Maar leven in vrijheid, het ervaren van in de ruimte gezet worden, kan zorgen voor verrijking, voor ontwikkeling van verlangens, voor bevrijding van druk en last.
De ervaring dat je in de ruimte gezet wordt maakt dat je jezelf kunt zijn. En vrij om de persoon te zijn die je wilt zijn. Authentiek en echt, om het juiste te kunnen doen, het ware te kunnen kiezen. Maar, een teveel aan keuze, een teveel aan vrijheid kan juist diezelfde vrijheid bedreigen en belemmeren.
Want wat als je door een overdaad aan keuzemogelijkheden niet komt tot het juiste? En het teveel van vrijheid ontaardt in losbandigheid?
Corona perkte onze vrijheid behoorlijk in. Nog steeds kunnen we, gelukkig, gaan en staan op veel plekken, maar niet overal. Want een teveel aan drukte op straat en in de winkel vermijden we het liefst. En contact met anderen in onze zorgcentra vindt op gepaste afstand plaats, maar wel met inzet van technische middelen en creatieve vormen.
“Ik voel me net een muis.” Dat zij die bewoonster. Maar toch ging bijna twee weken geleden de vlag, uit. We leven in vrijheid. In een lied, een Psalm in de Bijbel, lees ik dat de Eeuwige ons in de ruimte plaatst en hoog op de rots plaatst. Om ons vrij te laten zijn. Om ons de ervaring van ruimte te geven.
Ruimte, waar je mag zijn wie je bent zonder beoordeeld te worden op je prestaties. Ruimte mag er ervaren worden. Ruimte om vrij te zijn.
Vrij om alle ballast die er soms te dragen valt, af te leggen. Vrij van al die verplichtingen, taken en werkzaamheden die je jezelf onnodig oplegt om je leven voor jezelf of een ander waardevol te maken. Vrij van al die vele ballen die je nu al zo lang gelijktijdig in de lucht moet houden. Vrij van alle druk. Want soms schiet je misschien tekort, of denk je tekort te schieten. En soms kom je jezelf tegen, schiet je in de stress, raak je opgebrand, wordt je lontje voor je gevoel steeds korter en kun je steeds minder aan of verdragen.
Soms vertil je je wellicht wel aan al die hooggestemde idealen, die je door jezelf of door een ander worden opgelegd. En soms loop je jezelf voorbij omdat je vanuit je bewogenheid voor het zorgen voor de ander en het gericht zijn op de ander jezelf over het hoofd hebt gezien hebt en vergeten bent. Kortom, soms kun je zomaar stuklopen.
“Ik voel me net een muis.”
Je zou je in een holletje willen verstoppen, net als die muis, waar die bewoonster zich mee associeerde.
“Ik zet je in de ruimte. Ik plaats je hoog op een rots.”
Om in een vrij bestaan dicht bij jezelf te blijven en vandaar uit werkelijk tot de ander te kunnen komen. Om werkelijk ruimte te ervaren, om je heen en in je.
Ik wens u allen een gezegende zondag toe.
Hartelijke groet,
Johan Vos, geestelijk verzorger PCSOH