023 561 60 00
A+ A+ A+

Interview met een oorlogsveteraan

5 mei 2020

Een ondergedoken soldaat in de oorlog; een interview met een oorlogsveteraan.


Hoofddorp – Horizon

Ik had het voorrecht om één van onze oudste bewoners van zorgcentrum Horizon van PCSOH in Hoofddorp een kort interview over de oorlog te mogen afnemen. Deze bewoner, de heer Tameris, is nu 101 jaar oud en heeft als jongeman de oorlog meegemaakt.

Duitsland viel Nederland binnen op 10 mei 1940. In heel Nederland werd strijd geleverd. Na 5 dagen vechten (de meidagen) capituleerde Nederland in de nacht van 14 op 15 mei na het bombardement op Rotterdam.

Tijdens deze meidagen van 1940 was meneer Tameris als dienstplichtig militair in dienst van het Nederlandse leger. Ik vroeg hem hoe hij op de oorlog en op de bevrijding van 5 mei 1945 terugkijkt.

Het is dit jaar 75 jaar geleden dat er een einde kwam aan de tweede wereldoorlog. Hoe was het voor u in de oorlog?

Nou, niet zo best, want ik was soldaat op het moment dat de oorlog uitbrak. Ik was in Ede gelegerd. Je had daar Legerplaats De Harskamp, met onder andere het Infanterie Schietkamp. Ik was wel dienstplichtig soldaat, maar ik heb zelf niet tegen de Duitsers hoeven te vechten tijdens de meidagen.

Moest u onderduiken omdat u in het leger zat?

Inderdaad. Na de capitulatie van Nederland moesten alle militairen mee naar Duitsland. Dat wilde je natuurlijk niet, dus na de capitulatie moest ik onderduiken. Anders ging je met de Duitsers mee naar Duitsland. Dan word je krijgsgevangene gemaakt en daarom heb ik ondergedoken gezeten. Maar daar heb ik één geluk bij gehad, want daar heb ik mijn vrouw leren kennen. Ik was hier in Hoofddorp ondergedoken en mijn vrouw woonde hier in Hoofddorp.

Was het spannend voor u om ondergedoken te zijn?

Jazeker was het spannend. Steeds weer die angst dat de Duitsers je zouden vinden. Er zijn een hoop kameraden van mij meegevoerd naar Duitsland. Dat waren kameraden van het leger. Later heb ik er nog wel een aantal van ontmoet, maar niet allemaal. Het is zo raar, oorlog. Het idee dat je zo doodgeschoten kan worden.

Hoe was het voor u om in de oorlog al die tijd ondergedoken te zijn?

Het was niet zo lekker, natuurlijk, hè? Je moest altijd weer oppassen. Ik mocht soms wel naar buiten gaan, maar ik moest constant alert zijn. En we waarschuwden elkaar allemaal toentertijd. Als we dachten: “er komt wat”, dan waarschuwden we elkaar en gingen we snel naar binnen. Ik was ondergedoken bij het gezin Kolle.

Hebt u wel eens spannende momenten meegemaakt in de oorlog?

Nee, écht heel spannende, direct levensbedreigende momenten niet. Wel eens dat je van het ene onderduikadres naar het andere moest en dan weer terug. Want dan hoorden we via via dat de Duitsers eraan kwamen en overal huiszoekingen deden. Dus dan gingen we tijdelijk ergens anders heen en dan later weer terug. Het was en bleef een spannende tijd. Ja, je moest zorgen dat je er doorheen kwam. Maar je moest ook wat verdienen. Je moest ook werken.

Werkte u toen u ondergedoken was? Wat voor werk deed u?

Ik deed landarbeid. Ik was toen ondergedoken op een boerderij aan de Aalsmeerderweg, bij Van Arkel. Daar werkte ik dan en ik was er ook ondergedoken. Omdat ik op een boerderij ondergedoken was, heb ik in de oorlog geen honger geleden. Bij de boeren werd geen honger geleden. Die hadden graan en dat maalden ze zelf en daar werd brood van gebakken. Ik heb het ook gemalen met de koffiemolen. En daar werd dan tarwebrood van gebakken.

Hoe hield u het vol, al die jaren in angst leven?

Er waren nog meer onderduikers. Ik was angstig, omdat ik officieel nog steeds soldaat was in die tijd. Ik had de keuze om me gevangen te laten nemen of onder te duiken. Je hoorde allemaal van die verhalen over dat onderduiken. Maar als je niet ondergedoken was, dan werd je afgevoerd naar Duitsland. Het was wel een spannende tijd. Ik was soms wel bang. Er zijn een hoop jongens van mijn leeftijd afgevoerd. Die werden daar te werk gesteld, hè. De Duitsers zelf werkten niet. Die waren soldaat. Het was een kunst om uit die Duitsers hun handen te blijven. Het was inderdaad een spannende tijd. Ik liet het uiteindelijk over me heenkomen. Ik heb het gered.

Hoe was het voor u dat de bevrijding kwam, nadat u vijf jaar ondergedoken bent geweest?

Ik heb inderdaad praktisch al de oorlogsjaren ondergedoken gezeten. Dus de bevrijding was een opluchting. De bevrijding was heel mooi. Vijfenzeventig jaar vrijheid is heel erg mooi. Je kunt doen wat je wilt en je kunt zeggen wat je wilt. Voorheen niet.

Mijn ogen dwalen af naar de muur waar dhr. Tameris twee grote lijsten heeft hangen. In zijn appartement in Horizon kun je deze lijsten niet over het hoofd zien. In de ene lijst hangt het bewijs van de toekenning van het mobilisatie-oorlogskruis in 2017 aan de heer Tameris en in de andere lijst hangt de oorkonde van de benoeming tot lid in de orde van Oranje-Nassau in 2007. Ik vraag hem ernaar.

Meneer Tameris vertelt: ik heb het mobilisatie-oorlogskruis ontvangen van koning Willem-Alexander. Het was in Arnhem. We waren daar en toen kwam koning Willem-Alexander naar mij toe en die gaf mij een hand. En ja, dan sta je ineens voor de koning. En toen mocht ik weer gaan zitten. De koning ging naast me zitten en toen hebben we gepraat. En nu zit ik hier, in Horizon. 

Ik vond het een eer om de heer Tameris over de oorlog te mogen interviewen. Hij verleende zijn toestemming voor publicatie van dit interview.

Johan Vos, geestelijk verzorger PCSOH

Terug naar overzicht