4 juli 2021
Vroeger was niet alles beter. Maar is er door de vooruitgang wellicht verminderde focus en aandacht gekomen?
Nu gaat alles automatisch, maar niemand heeft nog tijd voor je!
Dat verzuchtte de bewoonster, toen we in de huiskamer in een fotoboek over de jaren ’50 aan het bladeren waren. De bewoonster vertelde hoe haar moeder vroeger een hele maandag met de was in de weer was, en dat elke week weer. De was werd met de hand gedaan, de gezinnen waren groot en dat maakte de was tot een behoorlijk intensieve en tijdrovende klus. “En toch was er tijd voor elkaar. En nu gaat alles automatisch, de was kun je in de wasmachine stoppen, enkele uren later er weer uithalen, in de droger doen. Nu gaat alles automatisch, Maar niemand heeft nog tijd voor je,” liet de bewoonster zich gefrustreerd ontvallen. Ik bedwong mijn neiging om te reageren met dat ik nu toch tijd voor haar had, en bladerde met de bewoonster verder in het voor haar zo herkenbare fotoboek over de jaren ’50. Wat een gouden greep trouwens van de medewerkster die voor de bewoners van de huiskamer een fotoboek over de jaren ’50 en ook nog één over de jaren ’60 wist te bemachtigen. Wat roepen deze fotoboeken veel op, aan herkenning, aan herinnering, en dus ook aan bespiegelingen over vroeger en nu.
Nu gaat alles automatisch, zie de bewoonster. Daar zit iets van vooruitgang in, een toegenomen luxe en gemak, een besparing van werk, benodigde inzet en vereiste inspanning in tijd en energie. Maar, tegelijk, en dat is het verrassende, betekent het toegenomen gemak van veranderde techniek niet automatisch ook een toegenomen groei van geluk, welbevinden en welzijn. Nee, vroeger was niet alles beter, dat bedoelde de bewoonster niet. Maar die verzuchting “nu heeft niemand nog tijd voor je” laat zien dat er wellicht toch iets van waarde onderweg is verloren, of althans, verborgen is geraakt. Het heden is niet altijd in beter, het verleden niet altijd in alles minder en de toekomst niet altijd mooier.
Er zijn belangrijke waarden die onopgeefbaar zijn, ook in veranderde omstandigheden, bij toegenomen gemaksmogelijkheden, of toen ons leven door corona zo drastisch veranderde. En één van die waarden is dus, zo ervaart de bewoonster het, tijd nemen om serieus aandacht te schenken aan de ander. Tijd vrijmaken, in je agenda, maar misschien meer nog in je hoofd, om de ander in zijn/haar situatie, met zijn/haar levensverhaal, nood, emotie, verdriet en vreugde, op te merken en aandacht te schenken.
Niemand heeft nog tijd voor je! Iemand die dat vanuit zijn hart uitroept, ervaart volgens mij een diepgaand gebrek aan aandacht, en mist een gevoel van gezien worden en meetellen. Ja zeker, in de zorg werken we er allemaal hard voor dat de ander nu juist niet overgeslagen wordt en gaan we er volop voor dat de ander juist wel de ruimte, aandacht, geborgenheid en warmte ontvangt waar in de menselijke omgang zo’n verlangen naar is. Tijd voor een ander hebben, of beter gezegd, tijd voor een ander vrijmaken, betekent de ander bewust opmerken. Het is een vorm van oplettendheid, toewijding, zorg en medeleven.
Aandacht is trouwens een bijzonder fenomeen. Verminderde aandacht kan ertoe leiden dat je minder gefocust bent, afgeleid raakt, of soms zelfs in slaap sukkelt. Soms wordt je aandacht afgeleid en soms moet je je aandacht verdelen. En misschien is dat laatste wel waar we in onze tijd zo mee te maken hebben, dat onze aandacht verdeeld en versnipperd raakt. De één vraagt dit van je, een ander verlangt dat, je werk heeft weer wat anders van je nodig. En thuis is je aandacht ook nog nodig. En zo kun je door van alles en nog wat in beslag genomen worden, waardoor je je aandacht zo moet verdelen dat je de ander zo maar het gevoel kunt geven geen tijd voor hem of haar te hebben.
Tijd nemen, dus aandacht schenken aan heeft te maken met gerichtheid, met gefocust blijven, met attent zijn. Maar hoe doe je dat als er soms zoveel op je kan afkomen? En hoe doe je dat in de zorg waar duizend en één dingen van je verlangd worden? Misschien, heel misschien, is het wel het besef dat aandacht ook in kleine dingen, die niet eens zoveel hoeven te kosten, gestalte kan krijgen, zoals het aanbieden van een kopje koffie, het geven van een mooi welgemeend compliment, een oprechte vraag naar het welbevinden van de ander, of gewoon een opmerkzame blik van verstandhouding.
Mooi is het om in de Bijbel te lezen, dat David, die leefde in de 11e eeuw voor Christus, schrijft dat de Eeuwige hem aandacht schenkt.
Ik wens u een zondag toe vol tijd en aandacht voor uzelf, elkaar en de ander!
Hartelijke groet, Johan Vos, geestelijk verzorger PCSOH