023 561 60 00
A+ A+ A+

Niet brommen

13 februari 2022

Hoe voorkom je dat je door alle werkdruk in klaagmodus belandt?


Niet brommen om wat je toch niet kunt veranderen!

Dat zei de bewoner tegen me, toen ik hem in zijn rolstoel op de gang tegenkwam.
“Niet brommen om wat je toch niet kunt veranderen.”
“Ja,” vervolgde de bewoner, “er wordt tegenwoordig heel wat af geklaagd. Maar vaak gaat het om wat je toch niet kunt veranderen, of waar je toch geen grip op hebt. Of waar je toch helemaal geen invloed op uitoefenen kunt. En dan kun je maar beter niet klagen, want dat is alleen maar negatief voor jezelf.”

Ik praatte nog wat met de bewoner en vervolgde vervolgens mijn weg. Maar de woorden bleven me bij. Niet brommen, niet klagen om wat je niet veranderen kunt. Dat maakt het leven namelijk rustiger, kalmer, comfortabeler en ontspannender.

Maar, wat doe je als je toch weer in een brombui vervalt? En als je toch weer in klaagmodus belandt? En dat terwijl je het absoluut niet hebt gezocht of verlangd? Overigens, soms is er juist wel alle reden om te brommen.

Brommen is trouwens, zo bedenk ik, een beetje een bijzonder woord. Het doet me denken aan zware donkere tonen in de muziek. Zware tonen van grote muziekinstrumenten als een pauk of een cello, die van die lage doordringende tonen kunnen voortbrengen. Het kan aangenaam en rustgevend klinken, als je door de diepe, lage klanken of door het trillen van donkere tonen tot kalmte wordt gebracht. En zo hoeft brommen misschien niet eens altijd negatief te zijn.

Je kunt je in de zorg soms overspoeld voelen door het vele werk en door alle werkzaamheden die je hebt te verrichten, die maar blijven komen en waar maar geen einde aan lijkt te zijn. Taken in de zorg lijken de laatste tijd alleen maar toe te nemen, en steeds meer inspanning te vragen.
Overbelasting in de zorg is soms een al te reële werkelijkheid. Draaglast door een te hoge werkdruk kan de draagkracht zomaar uit balans brengen.
Soms omdat er op een bepaald moment gewoonweg te weinig collega’s aanwezig zijn om aan alle taakverplichtingen en zorgverrichtingen te kunnen voldoen.
Of omdat er niet de gelegenheid in tijd en daarmee in aandacht was om terug te zien op ingrijpende gebeurtenissen als de presentie van Corona op het werk of in de privésituatie. Onmacht, verdriet om de zwaarte van het werk of het gevoel tekort te schieten richting bewoner of collega kan je voor je gevoel in het nauw brengen.

Schraal is het te weten dat er momenteel eigenlijk overal in zorglandschap sprake is van een disbalans tussen draaglast en draagkracht.
Het kan gebrom, soms zelfs gegrom teweeg brengen, of klachten op diverse gebieden.
Gebrom kan fungeren als uitlaatklep van emoties, als kanaal om je gevoelens te laten stromen, als medium tot uiting van je frustratie of boosheid.

En toch, toch komt ook die uitspraak van die bewoner bij me boven. Geen gebrom om wat je toch niet veranderen kunt!

Gebrom of geklaag over het onveranderlijke, het ongrijpbare, het onvermijdelijke, het ondefinieerbare, is niet altijd helpend, niet overal dienend. En misschien bedoelde die bewoner dat wel, zalig onwetend overigens van alle druk die menig zorgverlener van nabij ervaart.

Niet brommen om wat je niet veranderen kunt, misschien heeft dat ook wel te maken met loslating, aanvaarding en acceptatie. Loslaten betekent acceptatie van het onveranderlijke. Niet dat je je gebrom compleet uit je bestaan hoeft te verwijderen, nee dat niet. Maar wel dat je het vrijgeeft. Loslaten kan ruimte geven, en acceptatie en daarmee plaats voor iets nieuws. Loslaten is overigens niet makkelijk. Je verantwoordelijkheidsgevoel, je zorgende en dienende instelling, je perfectionisme en alles onder controle willen houden, kunnen zomaar als obstakel fungeren. Loslaten, het je niet langer vastklampen aan iets onveranderlijks of onvermijdelijks, het kan de donkere tonen van het gebrom lichtvoetiger, huppelender, vrolijker, opgewekter en  melodieuzer maken.

Ik wens u veel goeds en veel moed toe.

Hartelijke groet
Johan Vos, geestelijk verzorger PCSOH

 

Terug naar overzicht