023 561 60 00
A+ A+ A+

We bellen, hoor!

2 mei 2020

In deze corona-tijd blijkt meer dan eens hoeveel verbinding en sociaal contact wij mensen nodig hebben. Het overbruggen van afstand, je verhaal kwijt kunnen is voor ons een essentieel onderdeel van het leven.


Een arm om iemand heenslaan, iemands hand vastpakken, iemand een knuffel geven, het is allemaal niet meer zo vanzelfsprekend in deze tijd van corona.

Het is alsof we ons al een aantal weken in een wat andere werkelijkheid bevinden.

Een werkelijkheid met andere regels, zoals het bewaren van anderhalve meter afstand van elkaar, maar ook met een andere beleving en waardering van zaken die vroeger als vanzelfsprekend aanwezig waren, maar nu als kostbaar en waardevol herontdekt zijn. Zoals bijv. nabijheid en intermenselijk contact. Er is wel het een en ander veranderd. Onze locaties gingen op slot en zijn niet langer toegankelijk voor bezoek.

Het is ingrijpend, voor bewoners en hun mantelzorgers, maar zeker ook voor medewerkers. Soms zijn er aangrijpende taferelen van bezoekende mantelzorgers die zwaaiend en pratend vanaf buiten contact proberen te krijgen met hun dierbare familieleden.

Maar er zijn ook momenten die diepe ontroering en emotie oproepen, bijvoorbeeld vanwege het echtpaar waarbij de een de ander vanachter het glas in het oog krijgt en met een traan in het oog en een lach in het gelaat, liefdevolle gebaren naar de ander maakt. 

In de manier waarop mensen contact met elkaar hebben, is veel veranderd.

De ‘anderhalve meter’ zorgt voor een afstand, letterlijk dan, in de ontmoeting. Sommigen ervaren daardoor een diepe eenzaamheid en spreken over sociale distantie en huidhonger.

Tegelijk is er veel creativiteit en inventiviteit. Beeldbellen via duo, online-vergaderingen via zoom en sinds kort ook raambellen zijn in korte tijd deel gaan uitmaken van ons dagelijks leven.

Allemaal bedoeld als waarborging van de anderhalve meter en het vermijden van fysiek contact.

In de zorg raak je mensen wel fysiek aan. Anderhalve meter afstand houden is onmogelijk. Want dat zou betekenen dat je de ander in de steek laat en het lichamelijk en mentaal welbevinden van de ander zou schaden. Een hand op de schouder, een aai over de bol, een knuffel, een arm om iemand heen en zo de ander het gevoel  geven dat hij/zij er niet alleen voor staat, maar zich getroost en geborgen mag weten en gesterkt in momenten van angst of onzekerheid, het kan zoveel betekenen.   

Steun en warmte bieden en aannemen, hoe doe je dat in deze tijd van corona met de gedwongen anderhalve meter afstand? Fysieke nabijheid beleven en geven terwijl er van alles in je schreeuwt en iedereen om je heen roept: “bewaak vooral de distantie!”. Hoe combineer je dat met elkaar?

We proberen er wat op te vinden. We appen wat af, we beeldbellen, zoeken online de verbinding met elkaar en sinds kort is er ook de mogelijkheid om te raambellen.

“We bellen, hoor!”, het zijn veelgebruikte en vaak uitgesproken woorden die juist nu opnieuw betekenis krijgen.

Die woorden laten iets zien van verlangen naar contact, nabijheid en het overbruggen van de distantie die er momenteel nu eenmaal is. “We bellen, hoor!”, dat zijn ook woorden die de ander uitnodigen om zijn verhaal te doen of om even op verhaal te komen.

“We bellen, hoor!”, die woorden doen me ergens ook denken aan een bewoonster die zei: “Henoch wandelde met God, maar ik wandel ook met God, hoor.”

Ook in die woorden zit een verlangen naar nabijheid en contact, naar warmte en steun.

De manier waarop ze het zei, vanuit haar diepste overtuiging, raakte me. En ik dacht na over deze tekst en over wat ‘wandelen’ doet met mensen.

Wandelen is, net als bellen, het overbruggen van een afstand.

Wandelen, Henoch wandelde niet alleen, maar samen met God.

Niet letterlijk, of misschien ook wel.

Net zoals je overdag of ’s avonds, als de dag zijn loop aan het volbrengen is, een wandeling kunt maken, alleen of samen met een ander. En heerlijk genieten kunt van buitenlucht, van de natuur, maar misschien nog wel het meest van de vrijheid die we al 75 jaar hebben. Namelijk de vrijheid om te gaan en te staan waar je wilt.

Wandelen met een ander, dat kun je doen om samen eens door te praten over wat je bezig houdt, of wat je geraakt heeft. Wandelen is dan meer dan het overbruggen van een afstand. Wandelen is met de ander verkeren, met de ander optrekken en samen met de ander op weg van alles tegenkomen, beleven, ervaren en doorstaan. Wandelen heeft voor mij ook iets in zich van op verhaal komen en je verhaal bij de ander kwijt kunnen.

Een ander bellen of gebeld worden, met een ander wandelen, ze kunnen maken dat je op verhaal komt of je verhaal kwijt kunt.

Wandelen met God, zoals Henoch deed, is bij God op verhaal komen, hoe je verhaal er ook uitziet.

Je mag bij de Ander, of bij een ander, je verhaal kwijt. Vertel je verhaal maar.

Je verhaal van je  teleurstelling, omdat je als zoon of dochter nu alleen maar kunt beeldbellen of raambellen met je vader of moeder en je je ouder niet meer kunt knuffelen en aanraken.

Je verhaal van je opluchting, omdat corona tot nu toe de afwezige in je bestaan is gebleven.

Je verhaal van voorzichtigheid omdat je je op straat en in de winkel met grote voorzichtigheid beweegt om besmetting van jezelf of een ander te voorkomen.

Je verhaal van je moedeloosheid omdat corona zo diep ingrijpt en het einde nog niet in zicht lijkt te zijn.

Je verhaal van je ongeduld en irritatie en je korte lontje, waar je overigens zelf van staat te kijken, want zo ken je jezelf eigenlijk helemaal niet. Maar je ongeduld, irritatie en korte lontje zijn er wel, omdat een ander je te nabij komt zonder voldoende respect voor de beschermende cirkel van anderhalve meter om je heen.

We bellen, hoor! We houden contact! En we wandelen, samen met  de Ander, of een ander.  

Het zijn allemaal vormen van nabijheid.

Wandelen met God, met een ander, om bij God, of bij een ander, op verhaal te komen en je verhaal kwijt te kunnen.

Wandelen, het kan meer zijn dan alleen maar een ommetje maken.

We bellen, hoor! Het kan zoveel betekenen voor de ontmoeting met een ander.

Ik wens u een gezegende zondag toe en een leven waar u in vrijheid op verhaal kunt komen en uw verhaal vertellen kunt.

Met hartelijke groet,

Johan Vos, geestelijk verzorger PCSOH

Terug naar overzicht