19 oktober 2022
Hoe bieden we problemen het hoofd?
Er zitten heel wat haakjes en kruisjes aan.
Dat zijn de bewoonster tegen me.
Ik vond het een mooie en grappige aanpassing van het bekende spreekwoord: Er zitten nogal wat haken en ogen aan.
Of misschien had deze bewoonster ook wel een ingewikkeld borduurwerk in gedachten met allerlei haakjes en kruisjes.
Maar ik moest denken aan dat spreekwoord: “Er zitten nogal wat haken en ogen aan.”
En dat betekent zoveel als: “Er zijn heel wat meer problemen dan je op het eerste gezicht had verwacht.”
Problemen die je over het hoofd hebt gezien, of waarvan je dacht dat het wel mee zou vallen of dat het wel los zou lopen. Maar de moeiten vielen toch een beetje tegen en de zorgen waren toch onverwacht groter.
Of iets was bij nader inzien toch teveel en daarom gewoon niet haalbaar.
En wat moet je dan?
Wat doe je als er iets is waar heel wat meer haken en ogen, of kruisjes, zoals die bewoonster dat zei, aan vast zitten?
Of, anders gezegd: Hoe ga je om met onverwachte moeilijkheden, ongedachte tegenslagen, niet ingecalculeerde teleurstellingen, die tezamen misschien wel een onontwarbare doolhof vormen? Wat is je houding wanneer het leven soms wel aaneen lijkt te hangen van haken en ogen?
Misschien is die vraag wel zinvol in een tijd, waarin we de confrontatie hebben met diverse crises, maar ook in een tijd waarin de zorg zelf wellicht wel zorg behoeft, vanwege oa ervaren toegenomen werkdruk, uitval door ziekte en soms een tekort aan medewerkers.
Je kunt er natuurlijk in blijven steken, in die haken en ogen.
Maar wie blijft hangen aan haken en ogen, die blijft steken in het bedenkelijke, het moeilijke, het pijnlijke, het onvolkomene, het teleurstellende, kortom het negatieve.
En doorgaans verbeteren de omstandigheden dan niet.
Soms is er de maar al te menselijke neiging om het positieve te vergeten en het negatieve te onthouden. Om over het betere achteloos heen te stappen of het te verdoezelen, terwijl het mindere, het negatieve te groot gemaakt wordt, of om van een compliment onvoldoende te genieten en daarentegen een kritische feedback te lang en te luid na te laten resoneren.
In de zorg ontwaren we overigens maar al te vaak ook allerlei haken en ogen.
We hebben immers te maken met kostbare mensen, die ook zorg behoeven.
Maar die zorgbehoeftige bewoner is meer dan zijn zorgvraag. Hij/zij is en blijft mens met een persoonlijkheid. De mens is meer dan wat vanwege ouderdom verloren ging aan kracht, mobiliteit, soepel gebruik van de zintuigen en scherpte van het geheugen.
Of, zoals iemand eens zo mooi en poëtisch dementie karakteriseerde: de levensdraad rolt terug.
Maar, gaf iemand toen ad rem als reactie: die levensdraad is wel dikker geworden, steviger ook, ouder, sterker en vooral ook wijzer door levenservaring.
Aan het terugrollen van de levensdraad kleven misschien wel allerlei haken en ogen, maar de draad is tegelijk wel veranderd, verbeterd en verstevigd.
Haken en ogen, ze zijn present, in het leven, daarmee ook in de zorg.
Er aan blijven hangen brengt niet veel verder.
Maar wat dan?
Misschien moeten we ze wel het hoofd bieden.
Misschien moeten we die haken en ogen onder ogen zien, in de ogen kijken en daarmee minder kracht gunnen en minder ruimte bieden.
Maar hoe dan? Door tegenover het negatieve het lichtere en luchtere te plaatsen.
Door tegenover de haak van het teleurstellende of gedesillusioneerde te haken naar het betere, mooiere.
Door dromen en illusies te blijven koesteren.
Door te bedenken dat “in het kwade ook goede dingen zitten,” zoals de bewoonster het zo kernachtig formuleerde.
Mij valt overigens elke keer in de zorg weer op dat je haken en ogen alleen samen kunt verwijderen of oplossen. Soms is het een collega die met een relativerende opmerking, met een oprechte blik van belangstelling of met een hartelijke ontspannen lach mijn haken van hun scherpte ontdoet en mijn ogen vol problemen minder zorgelijk en meer zorgeloos laat kijken.
En soms is het een bewoner die met zijn of haar eerlijke reactie of met een enkel woord vol levenswijsheid mij de weg wijst in de doolhof vol haken en ogen.
De bewoonster van het begin zei: “Er zitten heel wat haakjes en kruisjes aan.”
Ik beschouwde het als een grappige aanpassing van het spreekwoord van de haken en ogen.
Maar misschien doe ik de bewoonster wel tekort en vergiste ze zich niet en meende ze het wel echt van die haakjes en kruisjes.
Want is een kruis niet het zetten van een streep door alle noden, moeiten, negativiteit en teleurstelling?
Ik wens u een dag toe vol zorgeloosheid!
Hartelijke groet, Johan Vos, geestelijk verzorger PCSOH